Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de verkrijging van aandelen in twee BV’s waarvan de bezittingen hoofdzakelijk bestaan uit onroerende zaken niet belast is met overdrachtsbelasting, omdat al deze onroerende zaken dienstbaar zijn aan de exploitatie van een recreatiebedrijf.

De procedure betreft de verkrijging van twee BV’s die een vakantiepark exploiteren. De exploitatie bestaat uit de verhuur van staanplaatsen voor chalets en mobiele bungalows. In geschil is of de BV’s kwalificeren als zogenoemde onroerendezaakrechtspersonen, hetgeen zou leiden tot heffing van overdrachtsbelasting. Het geschil ziet uitsluitend op de doeleis, inhoudende dat het vastgoed voor 70% of meer dienstbaar moet zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van dat vastgoed. De inspecteur meent dat voldaan is aan de doeleis, omdat slechts sprake is van de kale verhuur van jaarplaatsen.

Rechtsvraag

De vraag is of wel of niet wordt voldaan aan de zogenoemde doeleis.

Beoordeling

De rechtbank oordeelt dat niet voldaan is aan de doeleis, omdat de vennootschappen een recreatiebedrijf exploiteren en de onroerende zaken dienstbaar zijn aan deze exploitatie. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de exploitatie meer arbeid vergt dan bij kale verhuur van jaarplaatsen alleen, omdat de vennootschappen zorgen voor de door de recreanten gezochte rust, orde en netheid binnen de parken. Dat de aangeboden voorzieningen in vergelijking met veel andere recreatiebedrijven zeer bescheiden zijn, leidt niet tot een ander oordeel. Over de verkrijging is derhalve geen overdrachtsbelasting verschuldigd.

Belang

Uit deze uitspraak blijkt dat bij het gelegenheid geven tot recreatie door het ter beschikking stellen van jaarplaatsen niet snel sprake is van een onroerendezaakrechtspersoon, omdat de doeleis strikt wordt uitgelegd. In de onderhavige casus verzorgden de vennootschappen slechts het aanleggen en onderhouden van infrastructurele voorzieningen, het handhaven van rust en orde, het groenbeheer en de afvalinzameling.