Vanaf 1 januari 2018 wordt het vestigen van een pandrecht over voorraden en andere roerende goederen een stuk goedkoper en efficiënter door de inwerkingtreding van de nieuwe Pandwet.
Wist u dat de Pandwet een registerpand invoert waarbij men een pand zal kunnen registreren in het Nationaal Pandregister? Dit heeft als voordeel dat de pandgever het verpande goed kan blijven gebruiken in zijn dagelijkse bedrijfsvoering in tegenstelling tot een vuistpand waarbij men het goed dient over te dragen aan de kredietverstrekker of een overeengekomen derde. Bovendien blijft de registratiekost beperkt tot maximum EUR 500 wat aanzienlijk goedkoper is dan de registratierechten die momenteel van toepassing zijn op het huidige pand van een handelszaak.
Een registerpand zal typisch gevestigd worden voor een gewaarborgd bedrag gelijk aan het financieringsbedrag, vermeerderd met de zogenaamde bijhorigheden, zoals de interest, het schadebeding en de kosten van uitwinning. De schatting van deze bijhorigheden kan tot discussie leiden. Vennootschappen dienen in ieder geval aandachtig te zijn met het oog op toekomstige financieringen. Een hoog bedrag kan toekomstige investeerders afschrikken.
Daarnaast zullen kredietverstrekkers de te registreren goederen zo ruim mogelijk willen omschrijven opdat zij hun pandrecht maximaliseren terwijl een vennootschap die mogelijks andere financieringen wenst aan te gaan baat heeft bij de beperking van dergelijke omschrijving.
Pandgevers kunnen de registratie die hun aanbelangt kosteloos raadplegen in het Nationaal Pandregister. Het is nuttig om op eigen initiatief nu en dan te verifiëren dat geen onrechtmatige panden werden ingeschreven tegen de vennootschap.