Per 1 juli 2016 treedt diverse nieuwe wet- en regelgeving in werking. In dit blogbericht volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen op het gebied van het bestuursrecht.

Wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen (Stb. 2016/241)

In de Aanbestedingswet 2012 zijn drie Europese richtlijnen geïmplementeerd. Het betreft twee herziene aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU en 2014/24/EU en de nieuw geïntroduceerde concessierichtlijn 2014/25/EU. De richtlijnen beogen de toegang van ondernemers tot overheidsopdrachten en speciale-sectoropdrachten te verbeteren en ruimte te bieden voor innovatie en duurzaamheid.

Zie over deze wetswijziging ook het Stibbeblogbericht ‘Nieuw nationaal aanbestedingsrecht per 1 juli 2016 in werking getreden’.

Erfgoedwet (Stb. 2015/511)

De Erfgoedwet geeft regels voor behoud en beheer van cultureel erfgoed. De wet komt in de plaats van zes verschillende wetten en een regeling. De Erfgoedwet heeft betrekking op museale objecten, musea, monumenten en archeologie op het land en onder water. In combinatie met de nieuwe Omgevingswet, die in 2019 in werking treedt, moet een omvattende bescherming van het cultureel erfgoed van Nederland mogelijk worden.

Zie over de Erfgoedwet ook het Stibbeblogbericht ‘Bescherming van cultureel erfgoed in een nieuwe wet: de Erfgoedwet’

Wet op de jeugdverblijven (Stb. 2016/80)

Deze wet introduceert een vorm van wettelijk toezicht op volledig privaat gefinancierde internaten waar kinderen verblijven.

Wet Huis voor klokkenluiders (Stb. 2016/147 en 148)

De Wet Huis voor klokkenluiders voorziet in de oprichting van een ‘Huis voor klokkenluiders’, dat onderzoek doet naar maatschappelijke misstanden en aanbevelingen doet om problemen op te lossen.

Wet doorstroming huurmarkt 2015 (Stb. 2016/158)

Deze wet wijzigt Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met het instellen van nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de woninghuurmarkt. In deze wet worden een huursombenadering (in plaats van een systeem van inkomensafhankelijke huurverhogingen), een driejaarlijkse inkomenstoets en een verruiming van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur geregeld. Daarmee wordt beoogd de flexibiliteit op de huurmarkt te bevorderen en de prijs/kwaliteitsverhouding te verbeteren, om zo een impuls te geven aan een betere doorstroming op de huurwoningmarkt en het bestrijden van scheefwonen.

Wijziging Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (onder meer regelen toezicht op de borgingsvoorziening) (Stb. 2016/209)

Deze algemene maatregel van bestuur, waarmee het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt gewijzigd, geeft invulling aan de regulering van en het toezicht op de borgingswerkzaamheden van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Daarnaast is een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsgevolgen doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn gericht op de praktische implementatie van de herziening van de Woningwet op 1 juli 2015.

Wijziging Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 in verband met publicatieplicht nieuwe subsidies boven 500.000 Euro van Richtsnoeren staatssteun milieubescherming en energie 2014-2020 (Stcrt.2016/21851)

Met deze wijziging kan Nederland met ingang van de implementatiedatum van 1 juli 2016 voldoen aan de transparantieverplichtingen die op grond van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PB C 200/01 van 28 juni 2014) gelden voor subsidieverstrekking op grond van het Besluit financiële bepalingen bodembescherming.

Wijziging Barro (grote rivieren, elektriciteitsvoorzieningen, ecologische hoofdstructuur, IJsselmeergebied en enige technische wijzigingen) (Stb.2016/202)

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) borgt een aantal van de nationale ruimtelijke belangen die deel uitmaken van het geldende nationale ruimtelijke beleid, zoals beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Het onderhavige besluit brengt een aantal wijzigingen aan in het Barro. Een deel van deze wijzigingen heeft als doel de regels in het Barro te actualiseren naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen in beleid. Een ander deel van de wijzigingen vloeit voort uit gewijzigde omstandigheden in de praktijk.

Wijziging Regeling omgevingsrecht (actualisering aanwijzing informatiedocumenten waterkwaliteitsbeleid zeer zorgwekkende stoffen) (Stcrt. 2016/14782)

Deze regeling wijzigt de bijlage bij de Regeling omgevingsrecht (Ror). Ingevolge artikel 9.2 van de Ror houdt het Wabo-bevoegd gezag, dan wel, in gevallen waarin een vergunning krachtens artikel 6.2 van de Waterwet is aangevraagd, de waterbeheerder, bij de bepaling van de voor de inrichting of met betrekking tot een lozing in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) en monitoringeisen rekening met de relevante BBT-conclusies en de in de bijlage bij de Ror aangewezen Nederlandse informatiedocumenten over beste beschikbare technieken. Deze informatiedocumenten worden aangemerkt als een adequate en actuele invulling van BBT.

In maart 2016 zijn voor twee van deze BBT-informatiedocumenten herziene versies vastgesteld. Het document ‘Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water’ (ABM 2000) is vervangen door het nieuwe document ‘Algemene BeoordelingsMethodiek 2016’ (ABM 2016). Het document ‘Handboek Immissietoets: toetsing van lozingen op effecten voor het oppervlaktewater’ is vervangen door het document ‘Handboek Immissietoets 2016’. Met onderhavige wijzigingsregeling wordt voorzien in een verwijzing naar de nieuwe documenten.

Artikel III van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, derde tranche (Stb. 2012/350)

Artikel III van het besluit wijzigt het Stortbesluit bodembescherming.  In het nieuwe hoofdstuk IIIA van het Stortbesluit bodembescherming  (de artikelen 17a tot en met 17f) is de mogelijkheid gecreëerd om duurzaam stortbeheer toe te passen bij wijze van experiment (experiment duurzaam stortbeheer).

Wijziging Uitvoeringregeling Stortbesluit bodembescherming (Stcrt.2016/23631)

Ter uitvoering van het hiervoor genoemde hoofdstuk IIIA van het Stortbesluit bodembescherming is de Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming gewijzigd. In hoofdstuk IIIA van het Stortbesluit is een regeling opgenomen teneinde op drie zogenaamde pilotstortplaatsen onderzoek te doen naar de mogelijkheid van invoering van duurzaam stortbeheer in Nederland. De pilotstortplaatsen zijn aangewezen in artikel 17b van het Stortbesluit. In verband met het onderzoek biedt hoofdstuk IIIA tevens de mogelijkheid in de Uitvoeringsregeling stortplaatsen aan te wijzen, waarvoor uitstel wordt verleend van de verplichting om na beëindiging van het storten aan de bovenkant van de gestorte afvalstoffen een bovenafdichting aan te brengen die de infiltratie van water tegengaat (PDS-stortplaatsen). De uitvoeringsregels voor de pilotstortplaatsen en de PDS-stortplaatsen zijn opgenomen in het nieuwe hoofdstuk 5a van de Uitvoeringsregeling. Tevens zijn aan de Uitvoeringsregeling drie bijlagen toegevoegd. Voorts zijn in de Uitvoeringsregeling voor diverse onderwerpen nadere uitvoeringsregels gesteld over het experiment duurzaam stortbeheer.

Gedeeltelijke inwerkingtreding Wijziging Spoorwegwet en Wet personenvervoer 2000 en Besluit bijzondere spoorwegen (Stb. 2016/232)

De Wet van 19 november 2014 tot wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met een tweede tranche van uitvoeringsmaatregelen van het kabinetsstandpunt ‘Spoor in beweging’, waaronder regels inzake bijzondere spoorwegen en vereenvoudiging van het vergunningenregime hoofdspoorwegen, en in verband met de invoering van een verblijfsverbod voor voorzieningen openbaar vervoer (Stb. 2015/9) wijzigt een aantal bepalingen in de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000. De meeste artikelen en artikelonderdelen van die wet zijn reeds op 1 juli 2015 en 1 december 2015 in werking getreden. Het koninklijk besluit van 15 juni 2016 (Stb. 2016/232) voorziet in de inwerkingtreding van de artikelonderdelen die niet op de in de vorige zin genoemde data in werking zijn getreden en daarmee samenhangende onderdelen in algemene maatregelen van bestuur, opgenomen in het Besluit bijzondere spoorwegen (Stb. 2015/267).

Wijziging van de Gemeentewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de burgemeester tot de inzet van cameratoezicht (Stb.2016/130)

Deze wet voegt aan de Gemeentewet de mogelijkheid van mobiel cameratoezicht toe. Hierdoor krijgt de burgemeester de bevoegdheid om in een specifiek gebied voor een bepaalde periode cameratoezicht in te zetten. Met  mobiel cameratoezicht wil de regering een bijdrage leveren aan (het gevoel van) veiligheid in de openbare ruimte.

Tot slot

Meer informatie over wijzigingen in wet- en regelgeving per 1 juli 2016 kunt u vinden op het Ondernemersplein en op de website van SC Online.