De verhuurder vordert de ontruiming van een pand dat bestemd is om te worden gebruikt als horecapand. In de huurovereenkomst was een exploitatieverplichting opgenomen. De verhuurder is van mening dat de huurder niet aan deze verplichting voldoet door het gehuurde gedurende een zeer lange periode niet daadwerkelijk te gebruiken. De huurder gedraagt zich niet als goed huurder en gebruikt het pand niet overeenkomstig de bestemming.
De kantonrechter heeft de vordering van de verhuurder afgewezen, omdat een periode van het niet-exploiteren van het gehuurde, die nodig is om een door de huurder noodzakelijk geachte verbouwing van het gehuurde uit te voeren, niet als een schending van de exploitatieplicht is aan te merken. Volgens de kantonrechter moet een dergelijke periode van het niet-exploiteren van het gehuurde wel binnen het redelijke blijven. De kantonrechter is van mening dat ook de periode van het voeren van onderhandelingen door de huurder met andere partijen voor een mogelijke onderhuur van het gehuurde niet kan worden aangemerkt als een schending van de exploitatieplicht.
Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de kantonrechter, omdat de huurder de exploitatie heeft gestaakt op grond van zeer vage toekomstverwachtingen. De huurder had volgens het gerechtshof het gehuurde niet zolang leeg mogen laten staan. Gelet op de omvang van het gehuurde (circa 120 m2) valt volgens het gerechtshof niet in te zien dat de verbouwing daarvan maanden heeft moeten duren. Tijdens het hoger beroep werd ook duidelijk dat de huurder steeds andere plannen had met het gehuurde, welke nimmer concreet werden. De huurder stelde dat, zolang zij geen duidelijke plan voor de exploitatie van het gehuurde had, zij niet aan haar exploitatieverplichting kon worden gehouden. Dit verweer werd door het gerechtshof verworpen. Ook de omstandigheid dat de huurder inmiddels in het hoger beroep wel verbouwingswerkzaamheden had uitgevoerd, maakte een en ander niet anders. Het gerechtshof is hier duidelijk, de huurder had zich namelijk behoren te realiseren dat zij door die kosten te maken, maar de exploitatie niet met enige voortvarendheid te hervatten, een groot risico nam dat de huurovereenkomst zou worden ontbonden.