Inleiding

Per 1 januari 2019 zijn de internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (Netherlands Commercial Court: “NCC”) en die van het Gerechtshof Amsterdam (Netherlands Commercial Court of Appeal: “NCCA”) opgericht. Kort gezegd maakt de oprichting van het NCC(A) het mogelijk om voor de Nederlandse rechter in de Engelse taal te procederen.

Achtergrond

Grensoverschrijdende handel werkt een toenemende behoefte aan internationale geschillenbeslechting in de hand. Binnen de Europese Unie wordt de toegang tot de rechter en erkenning van beslissingen gewaarborgd teneinde de goede werking van de interne markt te verzekeren. Zie bijvoorbeeld: Verordening (EG) Nr. 1393/2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken en Verordening (EU) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.

Volgens de Nederlandse wetgever heeft de verplichting om ten overstaan van een Nederlandse rechter in de Nederlands taal te procederen, een negatief effect op de toegang tot het Nederlandse rechtssysteem. De Engelse taal is immers de meest gebruikte taal in internationale handel. Het verplichte gebruik van de Nederlandse taal in procedures werkt daardoor kostenverhogend. Door partijen de mogelijkheid te bieden in het Engels te procederen sluiten procedures, aldus de Nederlandse wetgever, beter aan bij de door partijen gebezigde handelspraktijk, hetgeen kostenbesparend zou werken.

Ontvankelijkheid

De NCC kan worden aangezocht indien de volgende (cumulatieve) voorwaarden zijn vervuld:

  1. De procedure behelst een burgerlijke of handelszaak in de breedste zin des woords.
  2. De zaak behoort niet tot de bevoegdheid van de kantonrechter of de exclusieve bevoegdheid van een andere rechter of gerecht.
  3. De zaak betreft een internationaal geschil, met dien verstande dat het niet noodzakelijk is dat een of meer partijen in het buitenland is/zijn gevestigd. Ook geschillen waarin grensoverschrijdende belangen aan de orde komen, kunnen in aanmerking komen voor behandeling voor het NCC(A).
  4. De Rechtbank Amsterdam is door partijen bevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen, dan wel vloeit de bevoegdheid uit andere gronden voort.
  5. Alle partijen, die in de procedure betrokken zijn, hebben schriftelijk en uitdrukkelijk gekozen voor een procedure bij NCC in de Engelse taal. De bevoegdheid van het NCC(A) valt niet af te leiden uit een stilzwijgende acceptatie van algemene voorwaarden waarin een forumkeuzebeding is opgenomen.

De procedure

Op de procedure zal het Nederlandse procesrecht van toepassing zijn. Een procedure voor het NCC ziet er kort gezegd uit als volgt:

  1. Procesinleiding: de zaak wordt aanhangig gemaakt door het indienen van een procesinleiding. Alle proceshandelingen dienen te worden uitgevoerd door een in Nederland ingeschreven advocaat. Samenwerking tussen Nederlandse advocaten en advocaten die zijn ingeschreven in een van de Lidstaten van de Europese Unie, is mogelijk. Niet in Nederland ingeschreven advocaten mogen in ieder geval het woord voeren tijdens zittingen.
  2. Toedeling: de zaak wordt toegedeeld aan drie rechters en een stafjurist.
  3. Verweer: de gedaagde krijgt gelegenheid verweer te voeren.
  4. Incidenten, Procedurele verzoeken en Bewijs: tijdens een regiezitting kunnen onderwerpen zoals incidenten, procedurele verzoeken en bewijsvoering aan de orde komen.
  5. Nadere schriftelijke toelichting: indien nodig kunnen nadere, schriftelijke (proces)stukken worden ingediend;
  6. Zitting: partijen kunnen hun standpunten mondeling toelichten.
  7. Vonnis: het NCC wijst een tussen- of eindvonnis.
  8. Verder verloop na tussenvonnis: een tussenvonnis wordt gevolgd door nadere bewijslevering en/of nadere, schriftelijke toelichtingen en zo nodig een zitting en eindvonnis.

Het materiële recht wordt vastgesteld conform de reguliere regels van Internationaal Privaatrecht.

Kosten

Vanwege de wens van de Nederlandse wetgever om het NCC(A) kostenneutraal aan te bieden, geldt voor de procedure een verhoogd griffierecht ad EUR 15.000 (eerste aanleg), althans EUR 10.000 (hoger beroep). Indien partijen verzoeken om voorlopige voorzieningen bedraagt het griffierecht EUR 7.500 respectievelijk EUR 10.000.

Het staat partijen vrij afspraken te maken over de vergoeding van proceskosten, bij gebreke waarvan de behandelend rechter een proceskostenveroordeling kan uitspreken, dan wel de kosten tussen partijen kan compenseren. De proceskostenveroordeling omvat, zoals te doen gebruikelijk, een vergoeding voor advocaatkosten. In procedures bij het NCC(A) varieert de vergoeding voor advocaatkosten van EUR 1.000 tot EUR 12.000 per proceshandeling.