Er komen eindelijk Europese regels aan voor (kleine) drones in de Europese Unie. De Europese Commissie heeft in die zin twee Uitvoeringsbesluiten genomen die zowel de handel als het gebruik van drones moet reguleren. Daarmee wordt de UAS-sector (Unmanned aircraft systems) in grote mate geharmoniseerd over de volledige ééngemaakte markt. Over een jaar zullen de nieuwe regels van kracht zijn.
Drones zijn onbemande luchtvaartuigen en nemen bij hun gebruik deel aan het luchtverkeer. Hun gebruik valt onder de strikte luchtvaartwetgeving. Om het gebruik van drones enigszins te liberaliseren, werd in 2016 het RPAS KB aangenomen.
Het Koninklijk Besluit voorziet in een regeling tot beperkt gebruik van drones, zowel voor recreatief als professioneel gebruik. Toch bevat het RPAS KB verschillende belemmeringen voor een hele resem aan nuttige toepassingen. Sproeien, takelen en transport zijn thans nog steeds verboden. Het vrij recreatief gebruik wordt aanzienlijk beperkt. En de examenvereisten voor piloten bleken van bij het begin aanzienlijk hoog te liggen.
Gelijkaardige initiatieven werden genomen in andere Europese lidstaten. Maar al gauw bleken de verschillen aanzienlijk. Nu eens werd de nadruk gelegd op hoogte en bereik, dan weer het type gebruik van de drone, het gewicht bij opstijgen of het al dan niet uitvoeren van vluchten binnen gezichtsveld. Een helder overzicht kan je hier vinden. De Belgische droneregelgeving mocht zich bij de strengste van Europa noemen. Dat zorgt voor een concurrentiële benadeling ten opzichte van buitenlandse exploitanten.
Op 4 juli 2018 werd de nieuwe Verordening 2018/1139 m.b.t. de burgerluchtvaart aangenomen. Artikel 57 van deze Verordening verklaarde de Europese Commissie bevoegd om een regeling uit te werken voor drones. Daar waar de bevoegdheid voorheen beperkt was tot luchtvaartuigen boven 150kg, werd de Europese Commissie alsdan ook bevoegd voor de lichtere toestellen.
Harmonisatie
Op 16 mei 2019 maakte de Europese Commissie gebruik van de aan haar verleende bevoegdheden en vaardigde twee verordeningen uit: Gedelegeerde Verordening 2019/945 omtrent de technische specificaties van de drones zelf en Uitvoeringsverordening 2019/947 omtrent de exploitatie en het gebruik van drones.
Beide verordeningen moeten een éénvormig kader scheppen voor het gebruik van drones. Het initiatief is ingegeven vanuit de evidente bekommernis om een gelijk speelveld te creëren voor de industrie en het vrij verkeer van goederen en diensten te verzekeren. Anderzijds moet de nieuwe regelgeving zorgen voor een verhoogde veiligheid tegen ongevallen en een goede bescherming van het milieu en de privacyrechten van burgers.
Een andere belangrijke beweegreden voor het nieuwe kader is de verwachte marktontwikkeling. De Europese Raad voorziet tegen 2035 immers een jobcreatie van 100.000 banen en een jaarlijkse omzet van 10 miljard euro, uitsluitend uit de dronesector.
Voor het huidige artikel laten we de Gedelegeerde Verordening 2019/945 buiten beschouwing.
Open, Specifiek en Gecertificeerd
De Uitvoeringsverordening voorziet thans in een systeem met drie categorieën: “open”, “specifiek” en “gecertificeerd”. Alle categorieën worden gereglementeerd in functie van de aard en het risico van de overeenkomstige risico’s. De “Open” categorie is de algemene instapcategorie met de minste risico’s, waarbinnen ook de meeste dronevluchten zouden kunnen plaatsvinden. In geval bijzondere omstandigheden of verhoogde risico’s moet uitgeweken worden naar de “Specifieke” categorie, terwijl bepaalde vluchten als “Gecertificeerde” kunnen worden bestempeld vanwege hun uitzonderlijk risicovol karakter.
- Categorie “Open”: Binnen de “Open” categorie worden vluchten toegelaten met gecertificeerde drones, tot een maximaal opstijggewicht van 25kg en tot een maximale hoogte van 120 meter (behoudens obstakels). Vluchten moeten verlopen op een veilige afstand van mensen en nooit boven bijeenkomsten van mensen. Bovendien moet de drone steeds binnen gezichtsveld (VLOS) blijven. Er mogen geen gevaarlijke goederen getransporteerd worden en er mag niets gedropt worden uit de drone.
De “Open” categorie wordt onderverdeeld in drie subcategorieën, waarbij voorwaarden stringenter worden naarmate de potentiële risico’s verhogen (EASA, Opinie 1/2018):
Vergunningen worden afgeleverd voor één of meer welbepaalde vluchten. Om de exploitatie te vergemakkelijken, kan een exploitant ook kiezen om een verklaring af te leggen waarin deze stelt zich te conformeren naar een standaardscenario. Tot slot kan deze ook onder bepaalde voorwaarden een “Light UAS Operator Certificate” (of LUC) aanvragen. Eenmaal het LUC bekomen is, dient de exploitant, en diens piloten, zich te houden aan de daarin vooropgestelde voorwaarden en hoeft niet steeds opnieuw een vergunning te worden bekomen.
- Categorie “Specifiek”: Wanneer één of meerdere voorwaarden voor de “Open” categorie niet voldaan zouden zijn, moet de exploitant een risicobeoordeling maken. In deze beoordeling identificeert de exploitant de risico’s en de complexiteit van de beoogde vluchten, de bekwaamheid van piloot en personeel, de geografische eigenheden en technische aspecten van de drone. De exploitant dient concrete maatregelen voor te stellen om de geïdentificeerde risico’s te verminderen. Op basis hiervan kan de bevoegde autoriteit een exploitatievergunning afleveren, indien deze meent dat de risico’s binnen een aanvaardbaar niveau kunnen worden gehouden.
- Categorie “Gecertificeerd”: Vluchten met drones, groter dan 3 meter, boven groepen mensen of met vervoer van personen of gevaarlijke producten, of vluchten met een zeer hoog risico, vallen onder de categorie “Gecertificeerd”. Vluchten binnen deze categorie mogen enkel uitgevoerd worden volgens de standaard regels uit de burgerluchtvaart.
Piloten, Registratie, Identificatie
Voor piloten wordt de minimum leeftijd gezet op 16 jaar, behoudens in bepaalde, gecontroleerde gevallen en voor zover maximale startmassa onder de 250 gram blijft. Lidstaten kunnen ervoor kiezen om de minimumleeftijd te verlagen. Voor “Specifieke” vluchten moeten piloten aan verschillende vaardigheidseisen voldoen: operationele procedures kunnen uitvoeren, luchtvaartcommunicatie beheren, vliegbaanbeheer en automatisering, en dergelijke meer. Tevens moet iedere piloot voldoen aan de vaardigheidseisen, zoals deze vermeld staan in de exploitatievergunning, het standaardscenario of het LUC dat betrekking heeft op zijn situatie.
Binnen de “Open” categorie zijn de vereisten soepeler, maar er wordt minstens verwacht van de piloot dat deze vertrouwd is met de gebruikshandleiding van de drone, een online opleiding heeft genoten en een online examen heeft afgelegd. Afhankelijk van de subcategorie worden aanvullende vereisten voorgeschreven.
De registratieplicht wordt gevoelig uitgebreid. Voor België betekent dit dat de gewichtvereiste wordt verlaagd van 1kg naar 250g. Maar ook wanneer de drone uitgerust is met een camera – of andere sensor die persoonsgegevens kan registreren – moet de drone worden geregistreerd, ongeacht het gewicht.
Bovendien moeten exploitanten een identificatienummer bekomen, die dan vervolgens moet worden ingeladen in de drone. Dit moet de identificatie door bevoegde autoriteiten voor, tijdens of na de vlucht vergemakkelijken.
Modelvliegclubs
Voor de modelvliegclubs voorziet de Uitvoeringsverordening verschillende uitzonderingen op de algemene regels. De Commissie erkent dat de modelvliegclubs over het algemeen een traditie hebben van veiligheid bij het vliegen en een goede opleiding en omkadering voorzien voor de leden. Er worden uitzonderingen voorzien op de vergunningsplicht in de “Specifieke” categorie, piloten vallen onder de eigen regeling voor de club en van de minimumleeftijd mag op nationaal niveau worden aangepast voor leden.
De modelvliegclub zal wél een specifieke vergunning moeten aanvragen, waarbij deze garanties moet bieden voldoende toezicht te houden op de piloten. De vergunning wordt voorzien van verschillende voorwaarden die moeten worden nageleefd bij het maken van vluchten.
Inwerkingtreding
De nieuwe regels voor drones treden in werking op 1 juli 2020, behoudens enkele specifieke bepalingen omtrent standaardscenario’s en UAS-zones.
Huidige regeling
Tot de inwerkingtreding blijft de huidige regeling van kracht.
Thans wordt het gebruik van drones onderverdeeld in “Recreatief”, “Klasse 2″, “Klasse 1b” en “Klasse 1a”:
- Recreatief: “geen risico”, drone van max 1kg, vliegen tot 10 meter hoogte boven privédomein en 50 meter van obstakels.
- Klasse 2: “laag risico”, drone van max 5kg, vliegen tot 45 meter hoogte en tot 50 meter van obstakels, vliegbewijs, opleiding, verzekering en registratie verplicht.
- Klasse 1b: “medium risico”, drone tot max 150kg, vliegen tot 91 meter en tot 30 meter van obstakels, bijkomende examens, medische attesten en verklaring vereist.
- Klasse 1a: “hoog risico”, drone tot max 150kg, vliegen tot 91 meter en tot vlak bij obstakels, ook boven bebouwde kom en mensenmassa’s, bijkomende homologatie van drone en toelating vereist.