Het wetsvoorstel tot verankering van de Nederland Franchise Code – een zelfregulering opgesteld door de industrie – is op 23 mei 2018 ingetrokken. Er is echter een nieuw wetsvoorstel gepubliceerd op 12 december 2018. Het betreft een geheel nieuw initiatief, maar met hetzelfde doel als het ingetrokken wetsvoorstel; bescherming van de franchisenemer. Dit artikel beschrijft de belangrijkste aspecten van het nieuw gepubliceerde wetsvoorstel, voornamelijk vanuit het perspectief van de franchisegever.

Allereerst introduceert het wetsvoorstel het principe van handelen als ‘goed franchisegever’ en ‘goed franchisenemer’. Dit betekent dat de franchisegever en franchisenemer zich tegenover elkaar in redelijkheid en zorgvuldigheid moeten gedragen. Het principe geldt zowel in de onderhandelingsfase voorafgaand aan de totstandkoming van de franchiseovereenkomst, als bij de uitvoering van deze overeenkomst.

Daarnaast is de franchisegever verplicht om de franchisenemer tijdig en op specifieke wijze te informeren over de in het wetsvoorstel geformuleerde onderwerpen, zoals (contact)gegevens van de franchisegever en financiële gegevens met betrekking tot de beoogde locatie van de franchiseonderneming. Het wetsvoorstel bevat bovendien een algemene verplichting voor beide partijen om elkaar tijdig te informeren over alles wat redelijkerwijs van belang kan zijn voor de andere partij. Voornoemde informatieplichten gelden eveneens zowel in de onderhandelingsfase voorafgaand aan de totstandkoming van de franchiseovereenkomst, als bij de uitvoering daarvan.

Voorts moet de franchisegever de franchisenemer een termijn van vier (4) weken gunnen tussen het moment van ontvangst van alle relevante informatie en het beoogde tijdstip van ondertekening van de franchiseovereenkomst. Deze ‘afkoelingsperiode’ heeft tot doel de franchisenemer te behoeden voor een franchiseovereenkomst waarvan hij de inhoud, verplichtingen en risico’s die daaruit voortvloeien onvoldoende kan overzien. Gedurende de afkoelingsperiode is het de franchisegever verboden om de franchiseovereenkomst te wijzigen, tenzij de wijziging in het voordeel is van de franchisenemer.

Het wetsvoorstel bevat regels over de inhoud van de franchiseovereenkomst, waaronder – maar niet beperkt tot – een bepaling die aangeeft op welke wijze de waarde van de opgebouwde goodwill in het bedrijf van de franchisenemer wordt bepaald. Verder introduceert het wetsvoorstel een non-concurrentiebeding voor de franchisenemer met een reikwijdte die beperkt is tot één jaar na het einde van de franchiseovereenkomst. Het geografisch gebied is beperkt tot het gebied waarbinnen de franchisenemer de formule mocht exploiteren.

Daarnaast vereist het wetsvoorstel voorafgaande instemming van de franchisenemers met beleidswijzigingen door de franchisegever. Instemming vereist een twee-derde meerderheid van de zogenoemde franchisenemersvertegenwoordiging, bestaande uit afgevaardigden van alle franchisenemers. Instemming door de franchisenemersvertegenwoordiging bindt alle franchisenemers aan de beleidswijziging. Bij gebreke van een franchisenemersvertegenwoordiging, heeft de franchisegever instemming van alle individuele franchisenemers nodig.

Bovengenoemde aspecten van het wetsvoorstel zullen de positie van de franchisegever naar alle waarschijnlijkheid negatief beïnvloeden. Dit is het logische gevolg van het doel dat de wetgever nastreeft: bescherming van de franchisenemer.

Het wetsvoorstel is op 12 december 2018 gepubliceerd ter consultatie. De tijd zal leren of dit wetsvoorstel met meer enthousiasme wordt ontvangen dan het eerder ingetrokken wetsvoorstel.