Op 26 mei 2016 oordeelde het Gerecht van de Europese Unie (“GvEU“) dat een onbeperkte en impliciete garantie door de Franse overheid aan French Petroleum Institute (“FPI“) niet per definitie staatssteun behelst. Dit in navolging van de Franse overheid en FPI die aangaven dat FPI niet profiteerde van deze garantie.

Achtergrond van de zaak

In het 2006 verkreeg FPI de status van publiekrechtelijke entiteit met een industrieel en commercieel karakter. Daarvoor was FPI een privaatrechtelijke entiteit die onder de controle van de Franse overheid viel. De Europese Commissie (“EC“) stelde zich op het standpunt dat deze status neerkomt op een impliciete garantie nu de gewone insolventieprocedure niet van toepassing is op FPI.

De EC stelde zich op het standpunt dat FPI profiteerde van de voornoemde status in transacties met leveranciers en afnemers. Deze zouden namelijk door die status bereid zijn om onder gunstigere voorwaarden te contracteren met FPI. Een soortgelijke redenering hanteerde de EC tevens in de zaak La Poste. Het Hof hield deze redenering in stand.

Uitspraak van het GvEU

FPI en de Franse overheid kwamen tegen dit besluit van de EC op bij het GvEU. Zij voerden aan dat van staatssteun aan FPI geen sprake is.

Het GvEU verklaarde dit beroep gegrond. Het GvEU vindt, net als de EC, wel dat FPI een impliciete en onbeperkte garantie krijgt als gevolg van de status van publiekrechtelijke entiteit met een industrieel en commercieel karakter. Echter, het GvEU achtte tegelijkertijd niet bewezen dat FPI profiteerde van de garantie. Het had volgens het GvEU op de weg van de EC gelegen om de daadwerkelijke (positieve) effecten van de garantie voor het FPI aan te tonen. Dit heeft de EC niet gedaan, aldus het GvEU. Zo heeft zij volgens het GvEU bijvoorbeeld niet aangetoond dat de leveranciers daadwerkelijk lagere prijzen vragen voor hun producten of diensten aan FPI.

Daarom vernietigde het GvEU de beslissing van de EC. Tegen deze uitspraak staat beroep open bij het HvJ.

Conclusie

De EC kan, als deze uitspraak van het GvEU stand houdt in een eventueel hoger beroep, niet altijd automatisch veronderstellen dat een onbeperkte en impliciete garantie staatssteun behelst. Om het bestaan van staatssteun aan te nemen dient de EC aan te tonen dat een onderneming concrete voordelen geniet als gevolg van de garantie.